De taxi-app Uber heeft bij een investeringsronde 1,2 miljard dollar opgehaald. De waarde van het bedrijf achter de app zou daardoor omhoog zijn geschoten naar 17 miljard dollar. In de zomer van 2013 werd de waarde van de app nog geschat op 3,5 miljard.

Tot nu toe heeft alleen Facebook meer geld opgehaald in de techsector, terwijl de geschatte waarde van Uber nu hoger is dan die van Dropbox of het Chinese Xiaomi.

De app startte vier jaar geleden in San Francisco en geeft mensen die een taxi nodig hebben de mogelijkheid om er een te bestellen via een app. Op een kaart kunnen gebruikers zien waar de taxi’s rondrijden en hoe lang het gaat duren voordat die bij de klant kan zijn.

Uber is nu in 128 steden in 37 verschillende landen actief. In Nederland kunnen taxi’s worden besteld met Uber in Amsterdam, Rotterdam en sinds kort ook in Den Haag. Daar gaf het bedrijf met de invoering gratis ritjes cadeau. Normaal gesproken is het instaptarief bij de Uber-taxi’s hoger, maar de prijs per kilometer lager dan bij de traditionele taxi’s. Grote techbedrijven volgen de app op de voet: Google ziet Uber bijvoorbeeld als onderdeel van het project met zelfrijdende auto’s.

In Brussel werd UberPop, een deel van de app waarin particulieren ritjes kunnen aanbieden, verboden omdat traditionele taxichauffeurs klaagden over oneerlijke concurrentie. De rechter ging daarin mee. In Berlijn werd de app verboden omdat die staat ingeschreven als limousinedienst. De chauffeurs moeten daarom na elke rit terug naar hun standplaats rijden, maar dat gebeurt in de praktijk niet. Ook in Londen is er verzet tegen de app onder taxichauffeurs.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl